„Ik heb geen flauw idee, of mijn werk werkelijk betekenis heeft, maar wel weet ik, dat ik moet werken en schrijven, omdat mijn schrijven voor mij leven, dat wil zeggen me ontwikkelen en mijzelf rekenschap geven betekent. Ik moet schrijven, omdat het de enige activiteit is, die ik vind dat zin heeft, niet omdat ik er iets of iemand mee dien, maar omdat het mijn werk is, omdat het mijn taak is mijn gedachten op schrift te stellen. Ideeën, visioenen en het ondergaan en beschrijven daarvan, bezingen van God en Dood, zijn voor mij van zulk een belang, dat seks, eten, mooie kleren en fraai meubilair daarbij vrijwel zonder betekenis worden, en dit hoewel ik van temperament een geil, hartstochtelijk, en gulzig mens ben.”
Kan een schrijver zijn credo beter verwoorden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten